Castor
- Botanische naam: Ricinus communis
- Plantenfamilie: Euphorbeaceae (Wolfsmelkfamilie)
- Land: India, China, Brazilië
- Plantendeel: Castorolie is een koud geperste olie uit de zaden van de ricinusplant
Karakteristiek van Castor
De Ricinus communis (ricinus- of wonderboom) stamt waarschijnlijk uit tropisch Afrika of Ethiopië, maar helemaal zeker is dat niet. De struik kan ook afkomstig zijn uit India. De soort heeft zich snel verspreid in de wereld en kan zich zeer goed aanpassen aan de omstandigheden: de plant is éénjarig in West- en Middeneuropa, maar in Zuid-Europa is de Ricinus communis een twee- tot driejarige struik en in zijn oorspronkelijke omgeving kan de Ricinus uitgroeien tot een boom. Ook in Nederland en België wordt de plant verwilderd aangetroffen.
De wonderboom groeit in ons land snel uit tot een plant van 1,5 tot 2 meter. In warme landen wordt de Ricinus veel hoger. De naam Ricinus is Latijn voor ‘teek’; het donkerbruine, boonvormige zaad met een bobbeltje lijkt op een bepaald soort teek. De oude benaming in Europa is Christuspalm (‘Palma Christi’) waarschijnlijk vanwege de wonderbaarlijke therapeutische eigenschappen en misschien is ook de enorme groeikracht van de plant een reden geweest de plant zo te noemen. Uit de roodachtige bloemaren ontstaan de gladde of stekelige vruchten die de ricinuszaden (‘wonderbonen’) bevatten. Uit deze zaden wordt door middel van koude persing de werkzame ricinus-, castor- of wonderolie gewonnen. De naam ‘castor olie’ verwijst naar castoreum, een geurstof uit klieren van de bever (Latijn: ‘Castor’). Castorolie diende als vervanging voor deze dierlijke geur.
De olie heeft een lange traditie. In het oude Egypte was de olie de basis voor geurende zalven, deed het als lampenolie dienst en werd het ingezet als zuiverend middel. De ricinuszaden werden ook aangetroffen in oeroude tomben.
De Griekse geschiedschrijver Herodotos (485-425 vChr.) bericht over castorolie als laxerend middel, als olie die de haren deed groeien en olie dat werd gebruikt bij de behandeling van zweren en wonden. In India is castorolie al heel lang bekend als lampenolie en in de Ayurveda wordt castorolie gebruikt bij constipatie, dysenterie, artritis, blaas- en vaginale infecties en zelfs bij astma. Het wordt nog steeds aan kinderen gegeven als ontwormkuur. Ook stond de olie bekend als weeënopwekkend.
Tegenwoordig wordt de plant wereldwijd gekweekt voor de olie. De belangrijkste landen die castorolie produceren zijn India, China en Brazilië. Ook in Ethiopië wordt Ricinus op grote schaal gekweekt. De wereldwijde productie van wonderbonen ligt op ongeveer 1 miljoen ton per jaar.
De ruwe zaden bevatten ricine, een wateroplosbaar gif dat (in lagere percentages) in alle delen van de plant te vinden is. Dit is een zogenaamd lectine, een complex eiwit dat de eiwitsynthese in cellen verstoort en de cel vervolgens laat afsterven. Aangenomen wordt dat de dodelijke dosis voor volwassenen zo’n 15 tot 20 zaden bedraagt. Voor kinderen kan de consumptie van 4 tot 6 zaden al dodelijk zijn. Ook het pulp dat bij de olieproductie overblijft, is zeer giftig. Ricine is absoluut niet aanwezig in de olie, waardoor castorolie veilig is voor zowel in- als uitwendig gebruik.

Bijzonderheden olie
De vruchten van de Ricinus bevatten meestal drie zaden, die elliptisch van vorm, glad en bruin of zwart gemarmerd zijn. Deze zaden (‘wonderbonen’) bevatten tussen de 40 en 60% olie. Voor de allerfijnste olie worden alleen de geheel onbeschadigde rijpe zaden in oktober/november uitgezocht. De zaden worden in de zon gedroogd en vervolgens wordt via een koude persing de beroemde wonderolie (of castorolie) geproduceerd. Eventueel kan de olie met hitte nog helderder worden gemaakt. Een warme persing of gebruik van oplosmiddel geeft een hogere opbrengst aan olie, maar een mindere kwaliteit vanwege verlies van werkstoffen in de olie.
Castorolie is zeer visceus (dik vloeibaar -ongeveer 10 maal dikker dan olijfolie) en onderscheidt zich van andere oliën door de gemakkelijke oplosbaarheid in alcohol. De fijnste castorolie is lichtgeel van kleur met een kenmerkende geur en smaak. De warmgeperste olie is veel donkerder van kleur. Zoals hierboven al genoemd is, zijn de ruwe zaden zeer giftig door het gehalte aan ricine. Maar de olie bevat dit wateroplosbare gif absoluut niet.
Inhoudsstoffen
VV’s: 2% (palmitine- en stearinezuur)
EOV’s: tot 93% (89-90% ricinolzuur, 3% oliezuur)
MOV’s: 3-4% linolzuur
Castorolie bevat 0,5 tot 1% vetbegeleidingsstoffen
Opvallend in de chemische samenstelling van castorolie is het ricinolzuur. Dit unieke vetzuur is in lage concentraties te vinden in andere zaadoliën (0,27% in katoenzaadolie en 0,03% in sojaolie) en wordt gezien als verantwoordelijk voor de eigenschappen en werking van de olie. Ricinolzuur in castorolie komt voor in de vorm van triricinoleïne, waarbij het ricinolzuur verbonden is met glycerine.
Eigenschappen – uitwendig
Verzachtend, immuunstimulerend, antimicrobieel, ontstekingsremmend, wondgenezend, pijnverdovend, jeukstillend.
Toepassing – uitwendig
- Castorolie wordt niet of nauwelijks voor aromatherapie ingezet. De olie is te visceus/dik voor massageolie. Maar de visceuze, bijna stroperige castorolie maakt de olie zeer geschikt om droogheid van de huid te voorkomen. Castorolie is verzachtend en voedend bij een droge, oudere huid. Het wordt tegenwoordig gebruikt in veel huidverzorgingsmiddelen, zoals lipsticks. In feite is castorolie altijd een goede keuze als vocht in de huid moet blijven of vocht op de huid moet worden afgestoten. Doordat de moleculen een kleine massa hebben, kan de olie gemakkelijk tot de diepere huidlagen doordringen. Castorolie maakt de poriën vrij van bacteriën, waardoor de huid minder kans heeft op huidinfecties. Castor olie ondersteunt het herstellende vermogen van de huid.
- Vooral bij jeuk(plekken) kan pure castorolie een uitkomst zijn. Een voorbeeld is de ernstige jeuk die bij eczeem kan optreden.
- Castorolie heeft een lange traditie in de volksgeneeskunde in zowel het Oosten als het Westen bij allerlei huidaandoeningen, zoals verhoorning (keratosis), dermatosen, wondgenezing, acne, ringworm (schimmelinfectie), schimmelnagels, wratten en andere huidinfecties en jeuk. Ook huiduitslag zoals luieruitslag, waarbij vaak veel vochtverlies optreedt en de huid uitdroogt, kan door castorolie verzacht worden. Vermengd met bijenwas maakt castorolie een vette praktisch afsluitende crème dat zeer waterafstotend werkt.
- Aangetoond is dat castorolie ook bij artritis ontstekingsremmend werkt door een prikkelend (capsaïcine) effect.
- In de haarverzorging zorgt castorolie voor voller en steviger haar. Broos of droog haar gaat er weer gezond uitzien en krijgt weer glans. De olie kan puur of in combinatie met een andere basisolie worden gebruikt.

Ander gebruik
Castorolie heeft een eeuwenlange traditie als middel tegen constipatie en wordt in Europa sinds 1780 in verschillende farmacopees genoemd. Vooral bij acute constipatie is castorolie een ondersteunend middel en werkt binnen 2 tot 8 uur na inname. Het mag echter maar kortstondig (1 . 2 weken) worden gebruikt, omdat anders het verlies van mineralen in het lichaam te groot wordt. De dosering bij constipatie is 1-2 el (15-30 ml) voor volwassenen op een nuchtere maag. Kinderen: 1-5 ml. Het aanwezige ricinolzuur stimuleert de darmmotoriek. In een onderzoek uit 2010 bleek een pakking met castorolie constipatie significant te verminderen. De Amerikaanse FDA ziet castorolie als een veilig middel bij acute constipatie.
Als wondmiddel wordt castorolie ingezet bij de behandeling van slechthelende wonden. Er is een spray op de markt (BCT – perubalsem, castorolie en trypsine) die ondersteunt bij slechthelende wonden. Conclusie van een klein onderzoek uit 2013 was dat deze spray een goed alternatief is bij wonden die gepaard gaan met ernstige jeuk.
Castorolie en het aanwezige ricinolzuur verhogen de penetratie van andere stoffen door de huid. En deze eigenschap wordt in de medische zorg steeds meer benut. Sommige antikankermedicijnen blijken beter te werken in castorolie.
De voedingsindustrie gebruikt castorolie als smaakmaker (bv. in boter en als notensmaak). Een industriële castorolie wordt verkregen door de zaden te roosteren, te malen en te koken in water. De olie wordt van het wateroppervlak afgeroomd. Het wordt ingezet als onderdeel van smeermiddelen, wassen, verven, harsen, lakken, inkt, bioplastic, waterafstotende middelen, weekmakers voor leer en zepen. In Brazilië wordt castorolie gebruikt om biodiesel te produceren. De attractieve zaden worden in sieraden verwerkt.
Waarschuwing
De olie is opmerkelijk stabiel en zal niet snel ranzig worden. Castorolie is niet huid irriterend en sensibiliserend en wordt ook door de EU als veilig gezien. Overgevoeligheid voor castorolie en ricinolzuur ligt alleen hoger bij mensen met dermatoses (huidaandoeningen). Inname van castorolie moet vermeden worden bij mensen met darmontstekingen, Crohn, colitis ulcerosa, bij spastische darmsyndroom en bij aambeien. Ook zwangere vrouwen wordt het inwendig gebruik van castorolie afgeraden. Door inname van hogere hoeveelheden castorolie kunnen contracties in de baarmoederwand worden uitgelokt. Dit is in feite de reden dat in de volksgeneeskunde castorolie werd ingezet om barensweeën op te wekken. Castorolie niet innemen bij gebruik van bloedverdunnende medicijnen.