Ravintsara
- Cinnamomum camphora ct cineol
- Laurierachtigen (Lauraceae) Madagaskar, Réunion, Comoren, Mauritius, China
- Plantendeel: vers blad
- Ravintsara is verkrijgbaar als destillaat (essentiële olie).
Karakteristiek van ravintsara
Er bestond lange tijd verwarring rondom de soort, de olie en de naamgeving van deze boom. Ravintsara olie is afkomstig van de kamferboom (Cinnamomum camphora) die vermoedelijk aan het begin van de 19e eeuw vanuit Taiwan naar Madagaskar is getransporteerd. De boom is op het eiland verwilderd maar wordt tegenwoordig op plantages gekweekt. De altijd groene kamferboom met zijn grijzige schors kan tot zo’n 20 meter hoog worden, heeft mooi glimmend blad en in de zomer is de boom bedekt met kleine witte bloemen. In de oorspronkelijke landen van de kamferboom – China, Japan en Taiwan – geuren blad, hout en schors sterk naar kamfer. De kamferboom op Madagaskar bevat echter nauwelijks kamfer en bezit daardoor een totaal andere geur (en olie).
De boom groeit op Madagaskar het liefst op de relatief koude en vochtige hoogvlakten. De bladeren worden geoogst voor de olie en deels gedroogd voor thee ter versterking van het immuunsysteem. De eerste verwarring is dat er op de hoogvlakten nog een boom groeit die tot dezelfde laurierfamilie behoort als de kamferboom. Dit is de Ravensara aromatica (synoniem: Ravensara anisata of Agathophyllum aromatica) (Behra 2001). Ravintsara is dus niet hetzelfde als ravensara zoals dat lange tijd werd aangenomen. Ravensara olie heeft een totaal andere samenstelling. Door de verwarring met ravensara is besloten dat olie uit het blad van de kamferboom (ct cineol) ravintsara te noemen (ravi – ‘blad’ en tsara – ‘goed’) terwijl de olie uit het blad van de Ravensara aromatica de naam ‘aromatische ravensara’ heeft gekregen. Naast de olie uit het blad bestaat er ook een olie uit het hout van de ravensaraboom, de zogenaamde havozo olie. Blad en schorsolie ruiken naar anijs en bevatten o.a. het problematische methylchavicol en ook de verbinding methyleugenol dat in ravintsara olie niet voorkomt. De ravensara wordt bedreigd en mede daardoor wordt de olie van deze boom niet aanbevolen.
De tweede verwarring is dat de kamferboom in verschillende delen van de wereld is aangeplant en zich heeft aangepast aan de omstandigheden. Dit levert een grote verscheidenheid aan essentiële oliën op, oftewel chemotypen van de kamferboom:
– C. camphora ct linalool – ho-blad en ho-hout – de boom en de olie worden ook wel ‘ho-sho’ genoemd; deze kamferbomen zijn te vinden op Taiwan, in Japan en Vietnam. De oliën bevatten tussen de 70 en 90 % linalool en nauwelijks kamfer. Deze oliën zijn een goed alternatief voor rozenhout dat niet meer verhandeld mag worden.
– C. camphora ct kamfer – de echte kamferboom (‘hon-sho’). Oliën van kamferbomen uit India, Sri Lanka, Japan en China bevatten hoge percentages kamfer van 50% of meer.
– C. camphora ct safrol – Chinese sassafras – hier is safrol het dominante bestanddeel en wordt gewonnen in China.
– C. camphora ct 1,8-cineol – ravintsara oftewel ‘yo-sho’ boom is te vinden op Madagaskar en bevat tussen de 50 en 75% cineol.
Verder bestaan er nog twee chemotypen van de kamferboom, namelijk ct borneol en ct nerolidol. Belangrijk is dat men dus kijkt naar het gebruikte plantendeel en het chemotype.
Ravintsara is in eerste instantie een frisse, opwekkende en stimulerende olie. Vooral door de combinatie van cineol en monoterpenen werkt ravintsara als een slijmoplosser (mucolyticum), slijmafvoerder (expectorant), ontstopper en verwarmer op de luchtwegen. De olie verdroogt als het ware het teveel aan slijm. Daarbij is ravintsara ontstekingsremmend en antiviraal en dat maakt ravintsara een ideale olie bij (chronische) infecties aan de bovenste en onderste luchtwegen, bij oor-, neus- en keelinfecties, verkoudheidsklachten en griep. De antivirale werking staat de laatste tijd op de voorgrond – bij influenza (griep), herpes simplex type I en II en het herpes varicella/zoster virus (waterpokken en gordelroos). Opmerkelijk is echter dat er nauwelijks onderzoek is gedaan naar de virus dodende eigenschappen van ravintsara. Zo heeft Giraud-Robert (2005) de positieve werking van inname van o.a. ravintsara bij virale hepatitis B en C aangetoond. De onderzoeker verwijst hierbij naar de rol van 1,8-cineol, een belangrijk bestanddeel van ravintsara olie. Cineol is aantoonbaar antiviraal op o.a. het herpes simplex virus (Astani 2010) en het influenzavirus (Li 2016). Cineol lijkt in staat de bescherming tegen het influenzavirus te verhogen. Dus in combinatie met andere cineol houdende oliën oliën zoals eucalyptus, kajeput en niaouli is ravintsara goed te verdampen in huis tijdens een griep periode. Daarnaast zorgt de frisscherpe geur van ravintsara voor opwekkende energie dat mensen motiveert, versterkt en een sfeer van optimisme geeft.
Opmerkelijk is echter dat er nauwelijks onderzoek is gedaan naar de virus dodende eigenschappen van ravintsara. Zo heeft Giraud-Robert (2005) de positieve werking van inname van o.a. ravintsara bij virale hepatitis B en C aangetoond. De onderzoeker verwijst hierbij naar de rol van 1,8-cineol, een belangrijk bestanddeel van ravintsara olie. Cineol is aantoonbaar antiviraal op o.a. het herpes simplex virus (Astani 2010) en het influenzavirus (Li 2016). Cineol lijkt in staat de bescherming tegen het influenzavirus te verhogen. Dus in combinatie met andere cineol houdende oliën oliën zoals eucalyptus, kajeput en niaouli is ravintsara goed te verdampen in huis tijdens een griep periode. Daarnaast zorgt de frisscherpe geur van ravintsara voor opwekkende energie dat mensen motiveert, versterkt en een sfeer van optimisme geeft.
De opbrengst aan essentiële olie is voor ravintsara tussen de 0,5 en 1%. Dat wil zeggen dat er 100 tot 200 kilo blad nodig is voor 1 kilo olie. De kleur van ravintsara olie is helder tot soms lichtgeel. De geur van ravintsara is het typische cineolaroma: frisscherp, licht kamferachtig, iets zoet op de achtergrond. De geur doet denken aan eucalyptus globulus en eucalyptus radiata. De olie wordt gezien als topnoot, maar wordt maar weinig in parfums verwerkt.
Belangrijke bestanddelen van ravintsara
Monoterpenen (15-25 %): o.a. sabineen (8–14%), a– en β-pineen (<10 %), a– en γ-terpineen (2%), myrceen, a-thujeen, β-ocimeen, p-cymeen, limoneen
Sesquiterpenen (2-4%):o.a. a– en β-caryophylleen (<3%), a-humuleen, selineen
Monoterpenolen (10-15%): o.a. a-terpineol (7-12%), terpineen-4-ol (2-4%), linalool, borneol, nerol, globulol
Esters:o.a. terpenyl acetaat (1%)
Fenolen:eugenol (<5%), iso-eugenol
Monoterpeenketonen: borneon (kamfer) – sporen
Oxiden: o.a. 1,8-cineol (55-65%)
Methyl ethers en fenylpropanoïde ethers: methyl eugenol, safrol – komen niet voor in ravintsara olie uit Madagaskar, wel aanwezig in de olie uit China (Tisserand 2014)
Eigenschappen van ravintsara
De eigenschappen van ravintsara zijn vooral door ervaring aangetoond. Er is tot nu toe opmerkelijk weinig wetenschappelijk onderzoek naar ravintsara olie uitgevoerd. Zeker de antivirale werking vraagt om onderzoek. Ravintsara is antibacterieel, sterk virusdodend, slijmoplossend/expectorant, ontstekingsremmend (vooral van de luchtwegen), anti-infectie, desinfecterend van de omgevingslucht, immuniteit stimulerend, pijnverdovend, stimulerend, zenuwtonicum, verwarmend, opmonterend/ versterkend en verfrissend.
Toepassing van ravintsara olie
In de aromaverdamper:verspreidt ravintsara een frisse geur die eventueel goed te mengen is met citrusoliën, andere cineolhoudende oliën zoals eucalyptus, kajeput, niaouli, mirte, rozemarijn ct cineol maar ook met lemongrass en litsea. Ravintsara is een fantastische desinfecteerder van de omgevingslucht en daarom is de olie zeer geschikt voor werkplekken/bureaus, scholen en ziekenkamers/Intensive Care units. Het reduceert de kans op luchtweginfecties door virussen en bacteriën. Ook als er al sprake is van een virale of bacteriële luchtwegaandoening zoals bronchitis, sinusitis en verkoudheidsklachten. Het influenzavirus wordt ook door ravintsara (maar ook door andere cineolhoudende oliën) onschadelijk gemaakt. Om de afweer te verbeteren is ravintsara geschikt bij mensen met steeds weer terugkerende infecties. De frisse opwekkende geur is verder in te zetten bij (mentale) vermoeidheid en depressieve klachten. De olie maakt alert. Ravintsara brengt een positieve, optimistische sfeer in huis en op de werkplek.
Op de huid: zie algemene toepassingsregels. In de huidverzorging is ravintsara geschikt als ontstekingsremmer bij wondjes en andere huidontstekingen. Ravintsara (bijvoorbeeld in combinatie met rozemarijn) heeft een verwarmend en stimulerend effect op de huid en is een goede keuze bij een slechte circulatie. Ervaring heeft uitgewezen dat ravintsara een grote kracht is bij alle virale infecties, in het bijzonder infecties door het herpes varicella/ zostervirus (waterpokken en gordelroos), HSV I en II (genitale herpes en/of herpes labialis (koortslip)). Als ravintsara onmiddellijk wordt opgebracht bij de eerste tintelingen van een koortslip – elk uur een druppel – dan kan het zelfs de blaasjes voorkomen. Verder voorkomt ravintsara de snelle terugkeer van de koortslip (Buckle 2015). Schnaubelt (2011) meldt dat de combinatie van de vette plant olie tamanu (Calophyllum inophyllum) met ravintsara (1:1) een standaardbehandeling zou moeten zijn bij gordelroos: het bestrijdt de ernst van de symptomen en heeft een sterke pijnverdovende invloed. Bij ernstige pijn zou het mengsel op de huid kunnen worden gesprayed in plaats van de olie opbrengen. Voordeel van ravintsara is dat de olie praktisch geen bijwerkingen heeft. Herstel bij aandoeningen als ziekte van Pfeiffer en mazelen kunnen via verdamping, huidoliën en baden met ravintsara olie worden ondersteund. Ravintsara staat verder bekend als olie bij spier/gewrichtsklachten als anti-reumatisch, ontstekingsremmend en pijnverdovend.
In het bad: zie algemene toepassingsregels. Via baden is ravintsara in te zetten bij virale en bacteriële infecties, gordelroos, ziekte van Pfeiffer, vermoeidheid, neuromusculaire problemen, gewrichtspijnen en als versterking na ziekte.
Dosering van ravintsara olie
In de aromaverdamper: enkele druppels naar eigen voorkeur.
Op de huid: Er is geen maxima bekend bij de ravintsara olie uit Madagaskar) bij volwassenen (Tisserand 2014) – gebruikelijk is een dosering van 2-5% in een basisolie.
In het bad: maximaal 10 druppels in een vol bad.
Overdosering en bijwerkingen van ravintsara olie
De olie lijkt non-toxisch, niet irriterend en niet sensibiliserend. Ravintsara wordt zeer goed op de huid verdragen. Niet rond de neus van jonge kinderen aanbrengen wegens de sterke geur. Dit geldt voor alle cineol houdende oliën. Bij jonge kinderen onder de twee jaar in een maximum dosering van 0,5%.
Waarschuwingen van ravintsara olie
Maximum dosering op de huid bij baby’s en kleine kinderen is 0,5%. Tijdens zwangerschap alleen uitwendig gebruik.